Voormalig keeper van DWS, FC Amsterdam, Roda JC en het Nederlands elftal (1940).
I Dagboek van Jongbloed tijdens het WK 1974. Verschenen in Vrij Nederland op 6 juli en 13 juli 1974.
Voormalig keeper van dws, fc Amsterdam, Roda jc en het Nederlands elftal; (1940). Werd tot verbazing van hemzelf en veel anderen geselecteerd voor het Wereldkampioenschap in West-Duitsland in 1974. Journalist Frits Barend vroeg hem om een dagboek bij te houden voor Vrij Nederland. Jongbloed dacht dat hij het niet kon, maar probeerde het toch tijdens het trainingskamp. Barend las de eerste stukken en bekende Jongbloed ‘dat het nog tien keer mooier was dan hij ooit had durven dromen’. Tijdens het toernooi schreef Jongbloed de dagboeken met de hand op zijn hotelkamer, vrijwel zonder enige taalfout. Lastig vond de keeper wel om goed in te schatten wat hij wel of niet moest opschrijven. Zo vroeg hij aan Barend of hij iets over de zwembadaffaire moest schrijven. Hij was er tenslotte niet bij geweest. Barend: ‘Ik zei toen: Jan, je moet door het dagboek geen outcast in je eigen team worden.’
Naast Jongbloed schreven ook andere spelers in kranten en tijdschriften over dit wk: zelf of geholpen door een journalist. Door het selectiebeleid van Rinus Michels ging een gepland dagboek niet door. Thomas Rap van de gelijknamige uitgever had Jan Mulder gevraagd naar aanleiding van diens geslaagde schrijfdebuut in de nrc. Op zaterdag 24 november 1973 schreef hij als geblesseerde international voor deze krant Het Hollands Dagboek. Mulder viel af voor de definitieve selectie voor het eindtoernooi: geen wk-dagboek voor hem.
II Keepersdagboek wk 1978. Verschenen op 3, 10, 17, 24 juni en 1 juli 1978 in Vrij Nederland.
Een goed idee verdient herhaling. Ook tijdens dit wereldkampioenschap hield Jongbloed op verzoek van Frits Barend een dagboek bij. Net als de vorige keer schreef Jongbloed alles zelf, keurig met de hand. Voor zijn vijfenzestigste verjaardag kreeg Jongbloed als cadeau van Frits Barend de beide dagboeken mooi ingebonden. Barend: ‘Ik ben speciaal gaan zoeken en heb de handgeschreven teksten nog gevonden. Jan heeft ze nu ook weer.’